Veelgestelde vragen
-
Wanneer de symptomen voor een langere periode verergeren, vaak ten minste een dag of een paar dagen, wordt dat een exacerbatie genoemd, wat betekent dat de symptomen zijn geëxacerbeerd (verslechterd). Mensen met bronchiëctasieën noemen dit soms ook luchtweginfecties, maar zorgverleners gebruiken de term exacerbatie omdat deze exacerbaties niet altijd worden veroorzaakt door een luchtweginfectie.
Veel mensen met bronchiëctasieën weten wanneer een exacerbatie begint. Mogelijke tekenen zijn de volgende symptomen, gedurende een dag of meer:
- meer dan gewoonlijk hoesten;
- meer sputum (slijm) wordt opgehoest of het is dikker of moeilijker om op te hoesten;
- het sputum is donkerder of is van kleur veranderd;
- meer kortademigheid dan gewoonlijk;
- meer vermoeidheid of symptomen van een infectie, zoals koorts en spierpijn;
- ophoesten van bloed;
- ongemak of benauwdheid op de borst.
Zie ook ons diagram over het beheersen van exacerbaties.
-
Exacerbaties worden gewoonlijk veroorzaakt door bacteriële infecties, virussen of de opflakkering van andere aandoeningen. Exacerbaties worden doorgaans behandeld met antibiotica omdat mensen met bronchiëctasieën zeer vatbaar zijn voor infecties met bacteriën. Antibiotica kunnen voorkomen dat bacteriële infecties verslechteren en helpen u sneller beter te worden.
Roep medische hulp in als u het gevoel heeft dat u een exacerbatie heeft, want uw arts zal u gewoonlijk willen onderzoeken en een antibioticum voorschrijven. Als u sputum produceert, dient u een monster van het sputum aan te leveren, zodat de bacteriën die de exacerbatie veroorzaken geïdentificeerd kunnen worden.
Soms zijn de sputum-monsters negatief. Dit betekent niet dat de exacerbatie niet werd veroorzaakt door een infectie of dat u moet stoppen met het innemen van een antibioticum. Dit komt doordat de sputum-test niet perfect is en soms negatief kan zijn wanneer er een infectie aanwezig is (ook weleens vals negatief genoemd).
Het is belangrijk om de kuur met voorgeschreven antibiotica af te maken, zelfs als u zich voor het afronden van de kuur al beter voelt. De meeste richtlijnen geven aan dat exacerbaties met twee weken antibiotica moeten worden behandeld, hoewel sommige mensen een kortere kuur ontvangen en hier baat bij hebben, bijv. een kuur van één week.
Wanneer u meer sputum produceert tijdens een luchtweginfectie, kan het nuttig zijn om vaker fysiotherapeutische/kinesitherapeutische oefeningen voor de luchtwegen te doen omdat het belangrijk is de luchtwegen zo vrij mogelijk te houden.
Zie ook ons diagram over het beheersen van exacerbaties.
-
De gemiddelde persoon ademt elke dag 1 miljoen bacteriën in, evenals stof en andere deeltjes uit de omgeving. Als gevolg daarvan hebben de longen methoden ontwikkeld om de longen vrij van infecties te houden en ongewenste deeltjes te verwijderen. Slijm wordt gemaakt door speciale klieren in de longen. Het slijm bekleedt de longbuizen. Wanneer er iets wordt ingeademd, wordt dit door het slijm opgevangen zodat het zich niet verder in de longen kan verspreiden. Speciale trilhaartjes, cilia genoemd, 'bewegen' het slijm omhoog richting de mond waar het verwijderd kan worden. Dit gebeurt bij gezonde mensen, maar ook bij mensen met luchtwegaandoeningen. Wanneer het slijm wordt opgehoest, wordt het 'sputum' genoemd.
De klieren van mensen met bronchiëctasieën maken meer slijm aan. Dit slijm kan dikker en kleveriger zijn dan gewoonlijk, vanwege de ontsteking in de longen. De trilharen kunnen niet al het slijm verwijderen. Het slijm hoopt zich op en daarom moet het vanuit de longen worden opgehoest.
-
Het is bijzonder handig om sputum-monsters te hebben die getest kunnen worden, om erachter te komen of er een infectie in de longen aanwezig is. Dit kan uw arts helpen een beslissing te nemen over het antibioticum dat hij/zij moet voorschrijven in het geval van een luchtweginfectie en kan ook bepaalde bacteriën detecteren die anders behandeld moeten worden, zoals Pseudomonas of niet-tuberculeuze mycobacteriën (NTM).
Het is daarom belangrijk dat de monsters die u indient van de longen afkomstig zijn. De monsters moeten opgehoest worden. Ze moeten niet worden verkregen door de keel te schrapen of veelal speeksel bevatten. U kunt de mond het best spoelen met water voordat u een monster ophoest, omdat dit helpt het speeksel en de cellen uit uw mond te verwijderen. Hoest of spuug het monster rechtstreeks in het potje of bakje dat uw arts of verpleegkundige u heeft gegeven voor het sputum. Monsters van weefsels of monsters die een ander object hebben aangeraakt voordat ze in het bakje terechtkomen, kunnen niet gebruikt worden, omdat hierbij bacteriën vanuit de omgeving opgepikt kunnen worden.
Zodra u een monster heeft, dient u dit meteen in te leveren bij uw arts of bij de zorgverlener die om het monster heeft gevraagd. Bacteriën gaan dood zodra deze het lichaam verlaten, dus binnen een paar uur gaat de kans op een positieve test van het sputum snel omlaag. Probeer daarom het monster zo snel mogelijk in te leveren nadat het wordt opgehoest en in ieder geval op dezelfde dag dat het werd opgehoest.
-
Het is belangrijk om sputum-monsters naar het laboratorium te sturen, zelfs als u zich goed voelt, zodat uw arts kan zien of er een infectie groeit in de longen. Dit zal helpen bij het kiezen van het beste antibioticum wanneer u in de toekomst een luchtweginfectie krijgt. De test heeft een betere kans op een positief resultaat met een goed monster uit de longen. Speeksel bevat gewoonlijk niet veel bacteriën. Een positieve test suggereert dat er een infectie in de longen aanwezig is, maar dit hoeft niet noodzakelijkerwijs behandeld te worden met antibiotica.
Wanneer u een sputum-monster indient, wordt dit naar een microbiologisch laboratorium verstuurd waar meteen een kleine hoeveelheid wordt weggenomen en op een schaaltje wordt gelegd om te groeien. De bacteriën die mogelijk aanwezig zijn in het monster zullen in de komende 24 tot 48 uur groeien, zodat de microbioloog daarna kan aangeven welke bacteriën er in het monster aanwezig waren.
De bacteriën kunnen vervolgens worden getest tegen verschillende antibiotica, door te bekijken of deze kunnen groeien bij verschillende hoeveelheden van antibiotica. Dit proces duurt ongeveer twee dagen.
Daarom duurt het een paar dagen voordat u de definitieve resultaten van uw sputum-test krijgt, omdat de microbioloog de bacterie moet identificeren en ook moet uitzoeken welk antibiotica de bacteriën zullen doden.
-
Veel mensen met bronchiëctasieën hebben infecties in hun longen die door bacteriën worden veroorzaakt. De bacteriën leven in de longen en zullen niet volledig verdwijnen, ook niet na een behandeling met antibiotica. Het is gewoonlijk niet bekend waar deze bacteriën vandaan komen. Iedereen heeft bacteriën die leven in de neus en keel, en dus is het waarschijnlijk dat een groot deel van de bacteriën in de longen hier terecht zijn gekomen vanuit de neus en keel.
Bacteriën zoals pseudomonas en Haemophilus komen veel voor bij bronchiëctasieën en veroorzaken geen infecties bij gezonde mensen. Deze bacteriën kunnen alleen infecties bij bronchiëctasieën veroorzaken, omdat de beschadigde gebieden van de long deze bacteriën toestaan om in de long te overleven. Er is daarom geen bewijs dat u infecties kunt doorgeven aan mensen zonder bronchiëctasieën.
Bronchiëctasieën wordt doorgaans geassocieerd met minder ernstige longziektes dan mucoviscidose en bacteriën zoals pseudomonas komen minder vaak voor. Daarom wordt momenteel niet aanbevolen dat mensen met bronchiëctasieën worden afgezonderd en zij kunnen zich vrij voelen om patiëntenorganisaties, lessen voor longrevalidatie en andere evenementen te bezoeken waarbij zij zich mengen onder andere mensen met bronchiëctasieën. Wanneer u wordt uitgenodigd voor een evenement, zoals een les voor longrevalidatie, dient u de bovenstaande informatie te overwegen en uw eigen beslissing te nemen of het theoretische risico dat u een infectie oploopt zwaarder weegt dan de voordelen van behandeling en de kans om andere mensen met dezelfde aandoening te ontmoeten.
Het bovenstaande advies heeft betrekking op bacteriële infecties in de longen. Het is belangrijk om te onthouden dat mensen met bronchiëctasieën een groter risico lopen om virale infecties op te pikken wanneer deze circuleren. Een algemeen advies om te voorkomen dat u infecties oploopt:
- zorg dat u bij bent met griepprikken en de vaccinatie tegen pneumokokken
- was uw handen voor maaltijden en nadat u in contact bent geweest met anderen
- bezoek geen mensen met een verkoudheid of luchtweginfectie en vraag mensen u niet te bezoeken wanneer zij zich onwel voelen.
Meer advies over het risico op een infectie bij bronchiëctasieën is gepubliceerd door de artsen van EMBARC en de patiëntenorganisatie van de ELF.
-
Antibiotica zijn een groep geneesmiddelen die een bacteriële infectie bestrijden. Deze kunnen worden toegediend via de mond (oraal) als tabletten of als vloeistof, of via een injectie (intraveneus, dus rechtstreeks in de ader). Sommige antibiotica kunnen in een vernevelaar worden gebruikt (zie afbeelding) voor regelmatige inname (geïnhaleerd). Er zijn verschillende antibiotica die werken tegen verschillende bacteriën, maar de meeste werken tegen meerdere bacteriën.
Veelgebruikte orale antibiotica voor het behandelen van bronchiëctasieën zijn:
- Penicillines: in deze groep vallen onder andere penicilline, amoxicilline en co-amoxiclav
- Macrolide antibiotica: in deze groep vallen onder andere claritromycine, erytromycine en azitromycine
- Doxycycline: dit is een ander type antibioticum dan eenmaal daags wordt ingenomen
- Quinolonen: in deze groep vallen onder andere ciprofloxacine, levofloxacine en moxifloxacine
Alle antibiotica kunnen mogelijke bijwerkingen hebben, maar de meeste mensen zullen er geen problemen mee ondervinden. Wanneer u een bijwerking of een allergie ontwikkelt voor een bepaald antibioticum, is het belangrijk dat u dit meldt bij uw arts zodat hij/zij dat antibioticum in de toekomst kan vermijden
Soms wordt de behandeling via een injectie toegediend in plaats van in tabletvorm. Dit gebeurt gewoonlijk als de orale antibiotica niet hebben gewerkt of als de bacteriën die de infectie veroorzaken resistent zijn tegen alle antibiotica die in orale vorm beschikbaar zijn. Geïnjecteerde antibiotica worden ook gebruikt voor ernstige infecties die een ziekenhuisopname vereisen.
Antibiotica werken niet onmiddellijk. Het kan een paar dagen duren voordat ze de bacteriën hebben gedood die door een infectie zijn veroorzaakt. Zelfs nadat de bacteriën zijn gedood, kan de ontstekingsreactie van uw lichaam op de bacteriën ervoor zorgen dat u zich nog onwel voelt. Daarom kan het een aantal dagen duren voordat u zich weer beter gaat voelen.
Resistentie tegen antibioticaVeel mensen zijn terecht bezorgd dat het innemen van antibiotica ertoe kan leiden dat bacteriën hier resistent tegen worden. Sommige bacteriën zijn van nature resistent tegen sommige antibiotica en anderen kunnen resistent worden tegen antibiotica die 'zij eerder hebben gezien'.
Bacteriën worden niet altijd resistent en daarom is het in veel gevallen mogelijk hetzelfde antibioticum jarenlang zonder problemen te gebruiken. Wanneer de bacteriën in uw sputum resistent worden tegen een antibioticum, zal uw arts u al dan niet aanraden een ander antibioticum te gebruiken.
Door het regelmatig innemen van antibioticakuren kunnen bijwerkingen optreden, waaronder verstoring van de bacteriën in de darm, wat diarree of andere symptomen veroorzaakt.
Het is daarom belangrijk om antibiotica alleen te gebruiken wanneer dat werkelijk nodig is, bijvoorbeeld wanneer u een exacerbatie heeft of uw symptomen ernstig zijn. Vermijd het gebruik van antibiotica als u geen infectie heeft of als uw symptomen goed onder controle zijn.
-
Een langdurige behandeling met een antibioticum wordt voorgeschreven aan personen die een groot aantal exacerbaties of zeer ernstige symptomen hebben. Door regelmatig een antibioticum in te nemen, worden de bacteriën onderdrukt die in de longen leven en worden luchtweginfecties voorkomen.
De meest gebruikte antibiotica van dit type zijn macroliden, zoals azitromycine, claritromycine, erytromycine en roxitromycine. Deze kunnen elke dag of soms driemaal per week worden ingenomen. De dosering is lager dan die voor de behandeling van een volledig ontwikkelde infectie, wat helpt bij het verminderen van de bijwerkingen.
Desondanks zal 1 op de 5 personen last hebben van bepaalde bijwerkingen; meestal diarree of buikpijn. Tinnitus (oorsuizen) is een zeldzame bijwerking, maar als dit bij u voorkomt, raden we u aan het gebruik van het medicijn te stoppen en te overleggen met uw arts. Deze medicijnen kunnen andere medicijnen beïnvloeden. Daarom is het belangrijk om artsen te informeren dat u regelmatig antibiotica gebruikt, voordat zij u andere geneesmiddelen voorschrijven.
Antibiotica worden vaak gedurende minstens 1 jaar en soms langer gegeven. Ze zullen niet meteen werken en moeten dus regelmatig worden ingenomen om hun volledige effect te bereiken.
-
Deze worden voorgeschreven wanneer luchtweginfecties regelmatig optreden en wanneer de symptomen moeilijk onder controle te houden zijn. Gewoonlijk wordt het antibioticum in dat geval als vloeistof in een vernevelaar gedaan, om vervolgens de damp te kunnen inhaleren.